augustus 2014

 

Image

SUMMERTIME

My ultimate holiday
Mijn oma en opa hadden geen Wi-Fi.
Wat ‘n sukkels............
hoor ik menig modern mens denkeh....

We schrijven de zomer van 1962.
Alhoewel “we”?
Waar komt die gekte toch vandaan,
het meervoud “we”?
Waarom niet gewoon:
“ik schrijf de zomer van 1962.”
Want dat is het natuurlijk.
Je kunt nooit iets schrijven vanuit wij,
alleen maar vanuit mij

Als je wel eens naar een eenmanszaak belt,
kan zomaar ‘n zg. zzpjer zijn,
krijg je vaak ‘n answering device met de uitgaande boodschap:
“Momenteel zijn WIJ er niet etc.....,
WIJ kunnen u niet te woord staan etc.“
Onzin..... de man is gewoon alleen.
Das prima!
Het schept alleen maar verwarring,
als ze met zijn tweeën de telefoon zouden gaan opnemen.
Daardoor ontstaan immers misverstanden.
Dus niks “Wij.”
Het zou meer zwaarwichtige geloofwaardigheid moeten opleveren,
voor eventueel te leveren kwaliteit in de nabije toekomst?
Ik denk zo as ge uw werk goed doet,
doetur het getal niettoe.
Zo irritant., kappeh!

Anyway!!!
52 jaar geleden.

Want dit was slechts de opening van alweer een lang verhaal.
Slaat ut maar over of gut erin hangeh.

Ik was 11 en ik woonde in Arnhem.
Arnhem-Zuid.
Zeg maar de wah mindere kant van Arnhem
Malburgen-Oost.
In de Wederikstraat no.11,
een zijstraat van de Huissensestraat.
Wij zeiden de Huuusenseweg
De UI als UUUU.
Zo spraken wij.
Ernems.
Zo noemden wij een vriend een gabber.
Daarmee ver vooruitlopend op een bepaalde muziekstroming.
Oh zo modern waren wij!

In de zomer van 1962 zetten mijn ouders mij op de trein naar Breda.
Ik was duidelijk geïnstrueerd welke bus aldaar te pakken naar Oosterhout,
waar mijn oma en opa in de Pastoor Bressersstraat op no.8 woonden.
‘n spannende niet alledaagse onderneming.
Maar de moeite dubbel en dwars waard,
want ik ging door het vuur voor mijn oma
en in wat mindere mate voor mijn opa ,
die wat stugger aangelegen waar van nature

Met mijn oma kon je lezen en schrijven.
Wel had ze een feilloos radarsysteem voor goed en fout.
Ze hield van oprechtheid en gezelligheid.
Voor goed en fout hoef je niet naar school.
Dat valt niet te leren.
Das mooi.

Toen ik op de lagere school zat,
gingen wij nooit op vakantie met het gezin.
Dat zat er niet aan.
Geen middelen en ook geen plan.
En ik taalde er niet naar.
Ja terug in de tijd gade van eiges deftiger praten.
Laat me dat nog efkes doen want het gaat hierna rap bergafwaarts.

Als stadsjongetje mocht ik dan naar het brabantse Oosterhout.
MIjn roots, dat wel.
En zo voelde het ook.
Thuiskomen......
Elk jaar bracht ik daar de zomervakantie door,
minstens 4 weken en soms nog langer.
En nergens anders zou ik een betere vakantie hebben kunnen doorbrengen.
Wel voelde het als emigreren door de nodige jetlag
Oosterhout versus Arnhem 1962,
appelen en peren.
Een wereld van verschil.

Mijn oma had een vrijstaand huis met een franse kap
en haar zus tante Jaan en ome Kobus woonden naast haar.
Met een kwijlende boxer als hond in een identiek huis.
Huizen met een zeeeeeer diepe hof,
waarin van alles eetbaars groeide,
wat in de stad alleen maar in de winkel verkrijgbaar was.
Veel werd er ingewekt en kwam in een enorme kelder terecht voor later.
Appeltjes voor de dorst.

En we hadden een varken met de naam: “Kuus”
Pas later leerde ik dat ook carnavalsverenigingen zo konden heten
En................. natuurlijk kippen plus 1 haan die zich helemaal suf neukte.
Soort miniboerderijke.
Toen Kuus geslachtsrijp was om verhamd te worden,
huilde mijn oma tranen met tuiten.
Zij had immers hele gesprekken met hem gevoerd van kindsbeen af.
Mijn opa daarentegen was een bikkel, de Bruce Willis van O’hout,
sloeg de konijntjes in de nek en hing ze aan de balk in de schuur om te besterven.
Een soort rottingsproces wat de malsheid en de smaak ten goede kwam
“Wild moet besterven Johnny.”
De kiepkes idem werden door hem van hun kupkes ontdaan.
Als klap op de vuurpijl liet hij ze dan onthoofd door den hof lopen.
Toch een soort van mini Rocky Horror Fontein Show
Bizar.
Naderhand mochten wij dan met de pootjes spelen, soort marionettekes.
Maar het waren eerlijke kippetjes met een Rijk Rooms Verleden,
niks plofwerk.

De straatklinkers waren kinderkopjes,
de melkboer met ponykar ratelde de pap en de melk naar binnen op no.8,
en de overbuurman was Jan de Paardenslachter,
die heerlijke worstjes te drogen had hangen in echte darm.
Life was simple en heerlijk kwa smaak.
Ook was alles gratis hahahaha....
voor mij

Enfin na de Trolley werd ik op de trein gezet
en mijn opa kwam mij collecten bij het BBA busstation.
Iedere keer weer een avontuur of hij er stond en ik er was.
Kwa communicatie was er immers niets op een postduif na.

Mijn grootouders en mijn ouders, hadden geen cv, geen telefoon,
geen auto, geen douche en geen wc binnenshuis
en vul de lange lijst van “HAVE NOTS” maar in.
Maar we misten helemaal niets,
wij wisten niet beter.
Wij waren achterlijk hahahahaha

Wel hadden we mekaar
en we hadden ook heel veel lol, gezelligheid en slappe praat.
Ons ding was het gesprek.
En....... de lach.

De gemiddelde iPad-bewoner is inmiddels al afgehaakt.
Gaap gaap boring.
Geen snelheid meneer D.
Klopt.
Niks hoefde snel.
Tijd is geld was op onze familie niet van toepassing.
Wij waren de Antilianen van het Zuiden.

Tja wat deed je daar dan al die tijd in de zomer?
Oew eigeh kapot verveleh? hahahhaha
uhhhhhhhhhhhhhhh nee helemaal niet !!!!!!!!!!!
Oosterhout was mijn Rivièra.
Never a dull moment.

Elke ochtend ging ik met mijn oma naar de vroegmis in de Sint Antoniuskerk.
Aanvang 07.00 uur
Toen de mis nog een uur duurde en alles in het latijn was.
Uiteraard bleven we nuchter voor de communie.
Nuchter betekende “niet eten” en
heeft hier niks mee alcohol te maken:)
Doordeweeks gingen we dus naar die kerk
en op zondag naar de Sint-Jansbasiliek op de markt.
De zondagsmis.
In ons zondags goed. Een vers boezeroentje
Okay dat was al een behoorlijk hoogtepunt.
Maar wat daarna kwam, het ontbijt, dat sloeg alles.
Na de mis gingen we uitgebreid breed eten.
Rond roggebrood.
Mik.
Mijn oma sneed het met een vlijmscherp mes.
Ze hield het brood voor haar borst
en sneed dan naar zich toe, de sneeën brood.
Eigenlijk heel eng achteraf.
Echte boter, niks omega verzadigde aardoliezooi
En dan eieren met spek en worstjes van de buurman van de overkant.
Zo heb ik het nooit meer geproefd.
En we kletsten honderd uit tegen mekaar.
Het wereldbeeld van mijn oma was heel eenduidig.
Devoot en simpel,
nooit verder geweest dan Banneux, Kevelaer en Lourdes.
Maar met zoveel onvoorwaardelijke liefde,
dat je gewoon eigenlijk nooit iets hoefde te zeggen.
De dingen hoefden nooit benoemd te worden.
Het was goed zoals het was.
Mijn oma had pretoogjes.
En opa deed er nog een schepje ondeugend non-verbaal geweld bovenop.
Prachtig.
Hulde en een ode bij deze.
De zeggingskracht van ogen is zoveel malen mooier
dan welke verzonnen volzin dan ook.
Niets was en werd berekend.

En Banneux, Kevelaer en Lourdes,
zweefden als waardige relikwieën door het huis,
in de vorm van beschilderde kaarsen, zakdoeken en sneeuwschudmarias
uiteraard naast het vele gewijde water.
Mooi.
Ik kom nog wel eens in Kevelaer bij de Aldi en de Lidl,
het ligt op een op steenworp afstand van Sambeek.
En dan denk ik vaak aan mijn oma,
als ik daar de Grand Marnier voor mamma en de whisky voor pappa koop
Het gewijde water is daar nog steeds veel goedkoper dan in NL namelijk
Feit is:
Sinds 2008 worden er beduidend minder kaarsen aangestoken
Want religie is natuurlijk wel conjunctuur gevoelig.
Bidden in nood helpt geen kloot.

Ik liep altijd gearmd met mijn oma.
We waren @that time ongeveer even groot ook
Van veraf leken we op de achterzijde 2 broers.
We legden samen heel wat km’s af.
Naar de wekelijkse markt, op de markt.
Door het steegje naast Schriek’s Koekfabriek,
de hele wijk laten meegenietend van een overheerlijke verse koekebakkerslucht.
De weg vervolgend met een puntzak friet van het Geldermanneke in de Klappeijstraat.
Persoonlijk vond mijn oma hem een viespeuk maar zijn friet was wel lekker hahahah
En dan bakker Snelders met zijn heerlijke om zo op te eten etalage
en een eindje verder mijn speelgoedzaak,
alwaar ik mijn militaria betrok na de mis
uiteraard na uren van studie in de windowshoppingmode.
Soldaatjes en Kooibooikes van plastic.
Meer dan deze ingrediënten behoefde mijn wereld niet te bevatten.
Tja om dat na oew 21ste nog vol te houden, werd schier onmogelijk
Anders had ik er nog steeds mijn vakanties op deze wijze gevierd.

Een ander fenomeen was mijn tante Joke die nog thuis woonde.
Ze had een verstandelijk beperking veroorzaakt door epilepsie.
Bij elke aanval gingen haar hersenen achteruit.
De medicijnen waren nog niet zo geavanceerd als tegenwoordig.
Maar laat ik er meteen bij vertellen dat ze bepaald niet gek was.
Ze had een autistische tic alles te verzamelen en te ordenen,
maar als zakdoek nr.198 op de linkse stapel rechts lag,
zei ze: “Johnny bende gij op mijn kamer geweest?”
hahaahah Dus niet gek.
Ze had wel een spraakgebrek
en ze ging altijd voor in het gebed voor het middageten.
Haast onverstaanbaar, maar wij waren dat gewend
Wat valt er immers te verstaan richting hemel,
hetgeen al wel 1000 maal is gezegd?

'I'm just a soul whose intentions are good,
Oh Lord, please don't let me be misunderstood'
En er was niks Wajong of welke compassie dan ook.
Het was zakskes plakken voor Jamin of niks.....

Ook liet zij haar “boeren” volop de vrije loop
en dat vonden we meer dan prachtig.
Wij wilden allemaal wel tante Joke zijn,
maar wij behoefden immers correctie.
Mensehhhhhhhhhhhhh..........................
Fuck beperkingen..................freedom.

Tussen de middag werd altijd warm gegeten.
Alles uit 1 bord.
Dus goed je bord leeg eten.
Anders rare mix van smaken,
want uitzonderingen werden er niet gemaakt.
Eerst ouderwetse soep, zondagse soep,
daarna minimaal 2 groentes, gekookte aardappelen, stuk vlees
en daarna pap met iets erin. Keukenstroop.
Je naam schrijven met de lepel hoog in de lucht richting pap.
En vrijdags altijd vis.
Mee un botersauske mee laurier.
Altijd bij benadering hetzelfde,
dat was dus erg handig.
Piekeren met Allerhande van AH in de hand was niet aan de orde.
En nooit mayonaise, ketchup of andere moderne meuksausjes,
zoals mijn oma ze benoemden.
Jus dah wel, veel jus.
Men was gek op jus..................

Op zondag kreeg ik altijd een gulden waarvan ik naar de bioscoop kon,
of in Oosterhout en als mijn neef Ton er was naar Breda.
Meestal koiboifilms of Hercules en aanverwanten.
De zondag werd afgesloten met het bidden van een rozenhoedje.
Na het eten.
Tijd voor contemplatie en inkeer.

Wat deed ik nog meer behalve naar de kerk gaan en eten?
Werken bij de Kort de groenteboer op de hoek.
Spullekes bezorgen op de fiets.
Mensen het was allemaal zo eenduidig recht en zonder omwegen.
Ik herinner me ook alleen maar mooi weer.
Maar daar kan ik abuis zijn

Ultiem was ook een bezoek aan mijn tante Mien en ome Dre,
als die met de Rijnaak in het Wilhelminakanaal lagen.
Zwemmen, roeien en gewoon op het dek zitten.
We zijn een keer met de hele familie naar Blijdorp Rotterdam gevaren.
Handelsmissie lading grind gecombineerd met de dierentuin.
Hoe vet is dat jongluu?
Dah vindeh echt nie op uwen smartphone.

Zwemmen in het kanaal, maar ook zwemmen in de Warande,
een ruig natuurbad aan de Bredaseweg.
Zandstrand mee speeltuin en snoepgoed.
Die ongereptheid is helemaal naar de kloten,
alles wordt in due time cultuur en commercieel geëxploiteerd.
Alle charme wordt om zeep geholpen,
want charme brengt onvoldoende in het laaitje.
Charme is voor romantici en voor dwazen zoals ik.

Ja en wat nog meer nie?
Geen tv ook al niet.
Geen Gordon, Jan Smit en the Voice of Holland
Mijn oma vertelde verhalen of las voor.
“Jan zonder Vrees”,”Tijl Uilenspiegel” of over : “de Oorlog”
Spannender dan Tom Cruise mee al zun effecten.
We misten niks.
Niets was lolliger dan het gesprek aan de grote tafel.
De tafel stond centraal met tig stoelen.
De koffie stond altijd op en er wier wah afgebuurt.
Altijd veel volk over de vloer.
Wij waren smart van ons eigen, dat maakte de smartphone overbodig.
Dat zal wel allemaal ouwe retardzeverpraat zijn tegenwoordig.
Maar ik voel me bevoorrecht het te hebben mogen meemaken.
Want ik kan vergelijken.
En dat kunnen een hoop mensen helemaal niet meer,
gewoon omdat ze al op zeer jeugdige leeftijd,
techno volledig afhankelijk toegesneeuwd zijn.
En das triest,
als er eens een stapje of 2 teruggegaan moet worden op de economische ladder

Maar eerst kwam de kermis nog en dan.....
En dan kwamen mijn ouders en mijn zus mij halen
en zij bleven een weekje...............
De kermis was een big thing.
Dansen bij Ko de Nijs.............en feest......
Als dan de vakantie echt op zijn eind liep,
begon het er onbestemd te knagen.
Het zou weer even gaan duren eer ik hier weer zou komen.
Afscheid nemen moet immer kort zijn .
Ik wilde namelijk blijven.
Hier hoorde ik.
Traditioneel kreeg ik dan 1 papieren rijksdaalder, 100 kussen,
en de opdracht goed mijn best te doen op school

Lang Leve de zomer van 1962...............
Het zou weer wennen zijn in ons rijtjes huis in Ernhem.
In the Big City.
Ik ben 2-talig opgevoed.
Thuis spraken wij geen dialect
en mijn Oosterhoutfamilie, van belgische komaf,
onderwezen mij het vlaams-brabants.
Prachtige taal om trots op te gaan.
Want bepaalde gemoedsuitdrukkingen uit het dialect ,
zijn onvindbaar in het ABN.
Zoals: “Viva mijn opa & mijn oma.” Ciao ............

Oh Ja...
Hebben jouw mooie opa en jouw prachtige oma een naam?
Jawel Bart en Jans.
De mooiste mensen ooit!

https://www.youtube.com/watch?v=EwKZn1AK51w